Resultaten van je leerlingen bekijken

Resultaten van je leerlingen bekijken

Hoe volg je je leerlingen en welke vervolgstappen kun je nemen? 

In Muiswerk Flexi vind je diverse resultaatschermen om de resultaten van je leerlingen te bekijken. Hieronder vind je de uitleg over twee soorten resultaten: voortgang en scorematrix. Ook lees je over mogelijke vervolgstappen die je naar aanleiding van deze resultaten kunt nemen.

Voortgang 

In het voortgangsscherm is veel informatie af te lezen. Je bereikt het voortgangsscherm via de knop resultaten en groepen of leerlingen. Selecteer vervolgens de groep/leerling waar je naar wilt kijken en klik rechtsonder op resultaten. Je komt nu in de resultaten. Bovenin zie je een aantal tabbladen. Klik hier op voortgang.

In dit scherm vind je de resultaten van de Wat-weet-je-al-toetsen, de werktijd van leerlingen en hoeveel stof die leerlingen nu beheersen. Het is belangrijk dat je goed kijkt naar de instellingen boven in het scherm. Naar welke periode wil je kijken? Als je leerlingen bijvoorbeeld vraagt een bepaald aantal minuten per week te oefenen, is het handig hier te kiezen voor week en de meetdatum op aankomend weekend te zetten. De periode waar je dan per kolom naar kijkt is één schoolweek.

Vervolgens kun je het scherm gaan aflezen. Je ziet in de kolom tijd (A) staan hoeveel minuten leerlingen in de module hebben gewerkt met onderaan het totaal aantal minuten. In de tweede kolom (B) staat de rubrieksscore. Dit is de gemiddelde rubrieksscore van de meest recente Wat-weet-je-al?. In de kolom ernaast (C) is af te lezen welk deel van de lesstof al is getoetst.

In de één na laatste kolom (D) vind je de status van de leerling binnen de module. Deze geeft met een bijpassende kleur aan jou een goed beeld van hoe de leerling bezig is in de module. Is de kolom groen? Dan scoort de leerling hoger dan het toetsdoel. Is de kolom oranje? Dan is de module In ontwikkeling en heeft de leerling onder het toetsdoel gescoord. De benodigde oefeningen staan nu voor de leerling klaar in het POP. Is de kolom rood? Dan heeft de leerling ver onder het toetsdoel gescoord. Hou deze leerling op dat moment extra in de gaten en beslis of de module niet te lastig voor de leerling is. Een eenvoudigere module aanzetten of de doelscore wijzigen doe je in het leerplan van de groep of leerling.

In de laatste kolom (E) vind je het Persoonlijk Oefenprogramma (POP) dat voor de leerling binnen een module klaar staat. Je ziet welke oefeningen er klaar staan en kunt oefeningen wissen. In deze instructievideo wordt dit verder uitgelegd.

Scorematrix

In de scorematrix vind je de score die iedere leerling voor een bepaalde oefening heeft behaald. Zo zie je in één oogopslag welke oefeningen leerlingen lastig vinden en waar jij ze dus wellicht nog bij kan ondersteunen. Je bereikt dit scherm via de knop resultaten en groepen of leerlingen. Selecteer vervolgens de groep/leerling waar je naar wilt kijken en klik rechtsonder op resultaten. Je komt nu in de resultaten. Bovenin zie je een aantal tabbladen. Klik hier op scorematrix.

Selecteer bovenin naar welke module je wilt kijken en over welke periode je de resultaten wilt zien. Ook hier kun je bij de periode weer kiezen voor een week, je ziet dan enkel de oefeningen die de afgelopen week zijn gemaakt. Zie je een p staan? Dat betekent dat deze oefening op dit moment klaar staat in het POP van de leerling. De kleuren in dit overzicht zijn absoluut en dus onafhankelijk van de ingestelde doelscore.

Groen: 70% of meer werd goed beantwoord

Oranje: 50% – 69% werd goed beantwoord

Rood: 49% of minder werd goed beantwoord

Vinden leerlingen een specifieke oefening nu erg lastig, dan is het mogelijk de oefening via zoek en toon zelf te starten. Door de uitleg en feedback die in het programma zitten, kunnen we leerlingen op weg helpen, maar dat stopt wel op een bepaald moment. Het is van belang dat jij als leerkracht dan erachter komt welke denkfout de leerling maakt. Door samen met de leerling de oefening te doorlopen, kom jij erachter wat de leerling nodig heeft. 

Comments are closed.